Micha Cluysenaer

Geschiedenis is overal als je er oog voor hebt óf krijgt. Deze zomer reisden wij weer eens af naar La douce France. Een mooie website en de opmerking in het Gastenboek: ‘Stel… dat God in Frankrijk woont, dan woont hij hier’, trok ons als een magneet naar een sfeervol gerenoveerd achttiende-eeuws landhuis in Issy-L’Évêque in de Zuid Morvan (Bourgondië). Rondom glooiende heuvels en veel, heel veel witte Charolais runderen.

De Nederlandse eigenaresse die haar gasten klaarblijkelijk vooraf even googelt, wist van mijn bezigheden en belangstelling. Ze duwde mij een boek in de hand met de mededeling: voel je vooral niet verplicht, maar misschien vind je het interessant.

In luttele ogenblikken had de roman Storm in Juni van de van oorsprong Russisch Joodse schrijfster Irène Némirovsky mij in z’n greep. Wat doen oorlog en bezetting met mensen? Hoe reageerden Parijzenaars op de dreigende overheersing van hun stad door de nazi’s in de zomer van ‘40?

De ontluisterende geschiedenis bleek zich voor een deel af te spelen in het dorpje en omgeving waar wij waren neergestreken. Het Hotel des Voyageurs, dat Duitse soldaten en hotelgasten in het boek frequenteren, bevond zich vlak achter onze woning.

’s Avonds liep ik steevast even langs het nu verlaten en enigszins vervallen etablissement. Een vergeeld menu van ooit geserveerde diners hing kromgetrokken achter het raam. Ik zag de oorlogsperiode voor me.

Al lezend, keek ik vanuit onze voortuin in de verte op een herenhuis, dat deels aan het oog was onttrokken door het daarvoor liggende lokale oorlogsmonument en uitbundig bloeiende bloemen –- we verbleven in een Village Fleuri. De diepgroene luiken waren gesloten. Het huis oogde onbewoond; de trek naar de stad is onmiskenbaar op het Franse platteland.

Dáár woonde de schrijfster in 1941–1942 met man en dochtertjes, daar schreef ze met veel psychologisch inzicht haar roman; niet achteraf, wetende hoe het allemaal afloopt, maar op het moment zelf.

Dáár klopte in de zomer van 1942 de Gestapo op de deur. Ze namen haar mee en voerden haar af naar Auschwitz waar ze op 17 augustus, 39 jaar oud, om het leven werd gebracht. Een plaquette naast de deur herinnert de vroegere bewoonster als een Femme de Lettres.

Het was de historicus Johan Huizinga die als eerste schreef over de ‘historische sensatie’. Iets dergelijks was het wel. Het verleden was bijna tastbaar. Dat boek lezen op die plek gaf mij een sterk gevoel van verbondenheid met de schrijfster en de mensen die daar toen leefden.

Najaar 2014