Bij toeval stuitte Rob Wolf in 2014 op het fascinerende verhaal van de nakomeling van een Belgische vluchtelinge uit de Eerste Wereldoorlog. Sindsdien doet hij onderzoek naar Belgische vluchtelingen die na deze oorlog in Nederland bleven.
NIJMEGEN
Als zelfstandig historicus heb ik veel gepubliceerd over de geschiedenis van Nijmegen. Herhaaldelijk kwam daarbij de raadselachtige Eerste Wereldoorlog langs. Zo schreven de Franse nonnen van de Nijmeegse meisjeskostschool Notre Dame des Anges in augustus 1914 in hun Chronique dat ze de kanonnen bij Luik hoorden dreunen. Kon dat überhaupt? Wat in elk geval niet kon, was terugkeren naar Frankrijk. Voor deze zusters én hun Franse leerlingetjes betekende de oorlog een ballingschap van ruim vier jaar.
HERDENKING
De herdenking van 2014 was reden om mijn vage belangstelling te concretiseren. Ik richtte een kleine tentoonstelling in over Nijmegen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Om aan beeldmateriaal te komen zette ik een oproep in huis-aan-huisblad De Brug, die me bij een telg uit een vluchtelingenfamilie bracht.
DE FAMILIE POUSSET
Jean-Jacques Terheggen bezorgde me niet alleen foto’s uit het familiealbum, ook vertelde hij me een bijzonder verhaal. Zijn grootouders waren met hun grote gezin in augustus 1914 vanuit Belgisch Limburg naar Ubbergen, een gemeente naast Nijmegen, gevlucht. Daar werden ze hartelijk ontvangen door burgemeester Jan Dommer van Poldersveldt. Deze burgemeester was twintig jaar eerder op een kostschool in Visé bevriend geraakt met Jean-Jacques Pousset. Nadat het gezin een half jaar in de burgemeesterswoning had gewoond, verhuisde het naar Nijmegen. Kort na de wapenstilstand van 1918 keerden de Poussets terug naar België. Op één dochter na, Mia, die door het kinderloze echtpaar Dommer van Poldersveldt geadopteerd werd en achterbleef. Jean-Jacques Terheggen is haar zoon.
ZOEKTOCHT
Door dit intrigerende verhaal raakte ik benieuwd naar de belevenissen van andere families van Belgische vluchtelingen die in Nederland zijn gebleven. Ik besloot om deze nakomelingen te interviewen. De vraag was echter hoe ik deze mensen bereikte. Door mijn plan in mijn vriendenkring en op social media te delen, ontmoette ik enkele van deze nakomelingen. Inmiddels heb ik 25 mensen geïnterviewd.
NAKOMELINGEN
Eén van hen is Madeleine die bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) in Den Haag werkte. Zij stamde af van een alleenstaande moeder uit Turnhout die in Alkmaar als bakkersmeid een nieuw bestaan had opgebouwd. Van het CBG was het een kleine stap naar het tijdschrift voor familiegeschiedenis Gen, waarvoor ik een artikel schreef dat nieuwe contacten opleverde, onder meer met Frederik uit Antwerpen, wiens grootvader eind 1918 voor de Belgische justitie naar Nederland was gevlucht en leraar in Den Bosch was geworden. Het vluchtmotief was zijn vriendschap met de activistische flamingant August Borms, die met steun van de Duitsers hoopte Vlaanderen te bevrijden van de Franstalige overheersing.
REDENEN VOOR HET VLUCHTEN
Gaandeweg heb ik het hele spectrum van Belgische vluchtelingen verkend. Angst voor oorlogsgeweld, desertie en Vlaamsgezindheid waren de belangrijkste redenen om naar Nederland te vertrekken. Bijkomende factoren waren voedseltekort, seksueel geweld en gezinshereniging.
NIEUWE INTERVIEWS
In november 2018 hoop ik een boek te publiceren over de geschiedenis van in Nederland gebleven Belgische vluchtelingenfamilies. Voor dit boek ben ik nog steeds op zoek naar mensen om te interviewen. Daarom wil ik bij deze graag een oproep doen.
Bent u een nakomeling van Belgische vluchtelingen of kent u nakomelingen, neem contact op met Rob Wolf.
Rob Wolf
Deze blogpost verscheen eerder (begin november 2016) op de website van EersteWereldoorlog.nu.