Bernardine Beenackers-Heeren schrijft over wat er rest van een servies dat toebehoorde aan haar schoonfamilie. Het gaat om een serviesje in de stijl Saksisch Blauw, dat de familie ontving nadat haar boerderij bij Breda in 1944 was verwoest. Geschiedenis begint bij jezelf, gewoon thuis. Lees hier haar verhaal.
Onze vereniging Ondernemers in Geschiedenis sloot haar jubileumjaar 2018-2019 feestelijk af met de presentatie van een online ledenmagazine met daarin 18 prachtige verhalen over betekenisvolle erfgoedplekken, geschreven door onze leden.
Als scholier was mijn droom meteoroloog te worden en mijn bijbel was dan ook Weer of geen weer van J. Buisman die uitlegde hoe je zelf een weerhut kon bouwen en aan de wolken kon aflezen of het ging regenen. Van dat laatste heb ik nog steeds plezier en ook die weerhut heb ik gebouwd – inclusief een zelf in elkaar geknutselde hygrometer, waarvoor ik enkele ontvette, lange blonde haren van Brigitte, het zusje van een schoolkameraad, gebruikte. De hygrometer werkte – tenminste zolang als ik het aandurfde om Brigitte om nieuwe blonde haren te vragen.
Meteoroloog ben ik helaas niet geworden, daarvoor was mijn wiskunde te slecht, maar ik ben nog steeds een liefhebber van het oeuvre van Jan Buisman. Zijn indrukwekkende serie Duizend jaar wind en water in de Lage Landen behandelt het weer van jaar tot jaar. Voor de eeuwen waarin verschijnselen als temperatuur, neerslag en luchtdruk nog niet werden bijgehouden, gebruikt hij andere bronnen, zoals kronieken en rekeningen. Van dit omvangrijke werk (zes dikke delen zijn verschenen, twee volgen nog) heeft hij in 2011 een samenvatting gemaakt: Extreem weer. Een canon van weergaloze winter & zinderende zomers, hagel & hozen, stromen en watersnoden, dat overigens ook zeshonderd bladzijden telt.
Wie dit boek doorzoekt op droge zomers, mag blij zijn in 2018 te leven. Verdorde mais en ondermaatse aardappelen geven geen nog hongersnood en blauwalg in het zwemwater is maatschappelijk gezien een minor problem. Vijf eeuwen geleden zou een zomer als de huidige tot een ramp zonder weerga hebben geleid. Buisman: ‘Droge zomer zijn vanouds gevreesd om tekorten aan water en voedsel en vooral om het brandgevaar.’ En dan somt hij de stadsbranden van 1503 op (p. 109-110). ‘Op 31 juli staat Harderwijk in brand en daarbij komen honderden mensen om het leven. In augustus volgen verwoestende branden in Gorinchem, Zaltbommel en Tiel.’
De zomer van 1540 lijkt op die van 2018. ‘Een van de heetste en droogste van de afgelopen duizend jaar,’ schrijft Buisman. ‘Zeven maanden lang blakert de zon de aarde. Maandenlang lijken hogedrukgebieden domicilie te hebben gekozen boven West-Europa. Analyse van de beschikbare data leert dat er van februari tot en met november 1540 nauwelijks tien keer nuttige regen valt, regen die de planten ten goede komt. De gevolgen zijn rampzalig. Bomen en heggen verdorren en het vee sterft massaal. Rivieren en visvijvers drogen uit. Bij Keulen loopt men droogvoets door de Rijn.’
De gevolgen? Het koren verpietert op de akkers en het vee sterft van honger en dorst. Behalve aan goed drinkwater is er ernstig tekort aan brood, fruit en groenten. De windmolens staken door gebrek aan wind, de watermolens door laagwater. In de volkswijken waar men dicht opeen aan vieze grachten woont, sterven veel mensen aan hittestress, uitdroging, dysenterie, pest en andere kwalen.’ Ondanks hun zonnehoeden worden talloze boeren ziek aan ‘hoofd en hert’ ofwel zonnesteek.
Of we echt van de droge hitte bevrijd zijn, weet ook het KNMI niet. Het kan nog maanden duren, want in 1540 arriveerden ‘de grote regens’ bijvoorbeeld pas in december. We kunnen er wel vanuit gaan dat een ramp als toen ons bespaard zal blijven.
Rob Wolf
Laat je verrassen en lees ons online e-zine!
Online Magazine - Zaterdag 2 november 2019 sloot Ondernemers in Geschiedenis haar jubileumjaar feestelijk af met de presentatie van een online e-zine. Daarin 18 prachtige verhalen over betekenisvolle erfgoedplekken, geschreven door onze leden.
Het magazine was een idee van Marjan Beijering. De initiatiefnemer en Margaret Leidelmeijer presenteerden tijdens de jubileumbijeenkomst vorig jaar het idee aan de leden. Ieder lid kon in maximaal 500 woorden een kort verhaal of column schrijven over een locatie die volgens henzelf betekenis heeft. Om erin te komen gaf Willy Hilverda een workshop ‘creatief’ schrijven.
Vervolgens druppelden de verhalen en de bijbehorende afbeeldingen binnen. Micha Cluysenaar sloot zich aan bij de redactie en in juli, augustus én september is er vervolgens heel hard gewerkt om het magazine af te krijgen. Het resultaat is een online e-zine, gepubliceerd op Bedrijfsverhaal.nu, vormgegeven door Karin Storm van het bedrijf Webdokter Storm.
Margaret Leidelmeijer: Als historisch ondernemer doe ik ook werkzaamheden die niet betaald worden. Zo lees ik regelmatig mee met (wetenschappelijke) publicaties en schrijf ik van tijd tot tijd een review. Gewoon uit liefde voor mijn vak. Laatst ben ik gevraagd om voor de World Sugar History Newsletter een review te schrijven over het boek van G. Roger Knight, Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-1885.
Het toeval wil - maar misschien is dat niet geheel toevallig gezien het onderwerp- dat ik meelezer was van een aantal hoofdstukken. Ik vond het daarom best moeilijk om een review te schrijven en ook omdat hij heel veel informatie uit mijn proefschrift heeft gebruikt. Roger Knight heeft het onderwerp echter prachtig verder uitgewerkt. Het meest bijzonder in dit onderzoek is het toepassen van genealogisch onderzoek om inzicht te krijgen in de ondernemersnetwerken, geldstromen en de industriële ontwikkeling in de Java suikerindustrie. Zijn aanpak gecombineerd met ‘story telling’ was voor mij een eyeopener. Mijn review is te lezen op de site van de World Sugar History Newsletter (http://projects.chass.utoronto.ca/wshn/number48.html) van september 2017. Mocht je nieuwsgierig zijn geworden naar het boek? Deze is voor iedereen gratis te lezen via open access PDF: https://doi.org/10.20851/steam-and-steel.
G. Roger Knight, Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-1885 (Adelaide: University of Adelaide Press, 2014). , Pp. 256. ISBN 9781922064981 (pb); ISBN: 978-1-9220-6499-8 (eb).
Voor het eerst moet onze vereniging afscheid nemen van een van haar leden. Afgelopen juli overleed in zijn woonplaats Amsterdam onverwacht ons lid Jurjen Vis, auteur van vele gedenkboeken over muziek en religie en over armen-, wezen- en gezondheidszorg. Jurjen was daarnaast ook bekend als tenorzanger, pianist, dirigent en begeleider van een aantal koren. Zaterdag 27 juli vond het afscheid plaats tijdens de drukbezochte uitvaart op de begraafplaats De Nieuwe Ooster. Hoeveel familie, vrienden, kennissen en collega's onderdeel uitmaakten van zijn leven heeft de kleine delegatie van onze vereniging met eigen ogen kunnen aanschouwen. Jurjen laat een partner en een zoon en dochter in de studerende leeftijd na.
Jurjen Vis was een ondernemend historicus – niet alleen een ondernemer in geschiedenis om den brode, maar een historicus die gedreven door zijn brede belangstelling voor sociale, religieuze en muziekgeschiedenis er niet voor terug deinde als het ware zijn eigen werkgelegenheid te scheppen. Opdrachten voor het onderzoeken en schrijven van de geschiedenissen van hofjes en andere instellingen van sociale zorg wisselde hij af met het schrijven van componistenbiografieën, en hij was net begonnen aan wat zijn magnum opus moest worden, een religiegeschiedenis van Noord-Kennemerland. Hij had al jarenlang voor dat doel geijverd en fondsen bijeen gebracht. Jurjen was zelf afkomstig uit dat gebied en goed bekend met het vele katholieke erfgoed aldaar; hij heeft veel bijgedragen aan de geschiedschrijving van de Abdij van Egmond, en alleen daarmee al zijn sporen als historicus verdiend.
Maar hij heeft nog veel meer gedaan en geschreven: de oogst van zijn werkend leven is indrukwekkend. Niettemin was Jurjen bepaald geen studeerkamergeleerde; hij kwam graag onder de mensen, om muziek te maken, of om bij een glaasje jenever te praten over geschiedenis, het zelfstandig historicus zijn, het katholieke verleden, en wat dies meer zij. Zijn ontijdig overlijden is een diep gemis en een groot verlies voor de Nederlandse geschiedschrijving.
Henk Looijesteijn
____
Behalve in zijn boeken en publicaties leeft Jurjen Vis voort op het internet:
De eerste buitenlandse vakantie van Rob Wolf was in 1973. Twee jongens en twee meisjes met de trein naar Quimper; fietsen langs de zuidkust van Bretagne. De fietsen waren vooruitgestuurd. Rob herinnert zich van Quimper vooral de camping: de frisse zeewind die er woei, het heldere avondlicht en de twee witte, spitse torens van de kathedraal, die je liggend voor de tent kon zien. Lees Robs blogpost op zijn website.
Deze zomer vinden van 22 tot en met 24 augustus in Groningen de tweejaarlijkse Historicidagen plaats. Het thema is ‘inclusieve geschiedenis’. Dat kan b.v. gaan over inclusiviteit in en voor de klas, inclusieve voetnoten of (auto)biografiën, regionale geschiedenis, de inclusiviteit binnen de academische wereld, 100 jaar vrouwenkiesrecht, het koloniale verleden en nog veel meer. Interesse?
Bekijk het programma. Voor 31 juli inschrijven.
Ons schaduwlid Marten van Harten schreef een boek waarmee hij de onbekende Nederlandse bankier en filantroop Johan Wateler aan de vergetelheid ontrukt. Hij stelde bij testamentaire beschikking in 1916 de Carnegie Wateler Vredesprijs. Die wordt elke twee jaar door de Carnegie Stichting in het Vredespaleis uitgereikt aan een persoon of instelling die een bijzondere prestatie heeft geleverd voor de bevordering van vrede door middel van woord, daad of geschrift. Lees Wims blogpost op de website van Maas+deNatris.
Donderdagmiddag 23 mei nam Micha Cluysenaer ons vanaf NS-station Breukelen mee op een fiets- en wandelexcursie langs de Vecht. In totaal namen zo'n 10 leden deel. Micha leidde ons via de fietspont over het Amsterdam-Rijnkanaal aan de westkant van de Vecht eerst naar Fort Nieuwersluis en daarna verder richting Loenen. Aan de oostkant reden we terug naar Breukelen voor de afsluitende maaltijd. Een fotoverslag, met dank aan ons nieuwe lid Mari Smits.
(Foto's: copyright Mari Smits)
Peter van Straaten schonk de laatste jaren zijn werk aan diverse instanties. Onderzoeksbureau Het Citaat dook voor u in de digitale archieven. Lees op hun blog meer over de erfenis van de tekenaar. Als toegift een fragment uit een ongepubliceerd interview met Het Citaat uit 2009. Lees verder op de website van Het Citaat.
(Foto: Peter van Straaten, fotograaf onbekend, Nationaal Archief/Anefo, licentie CC-BY)