NVHO-blogpost RobWolf Jacques Presser en Quimper - zicht op rivier en kathedraalDe eerste buitenlandse vakantie van Rob Wolf was in 1973. Twee jongens en twee meisjes met de trein naar Quimper; fietsen langs de zuidkust van Bretagne. De fietsen waren vooruitgestuurd. Rob herinnert zich van Quimper vooral de camping: de frisse zeewind die er woei, het heldere avondlicht en de twee witte, spitse torens van de kathedraal, die je liggend voor de tent kon zien. Lees Robs blogpost op zijn website.

SartreJarenlang heb ik de schuine wanden op mijn werkkamer bedekt met foto’s, vooral uit de krant. Onlangs had ik schoon genoeg van al die beelden en heb alle foto’s weggehaald. Maar ik heb ze niet voor niets opgehangen. Ze hadden en hebben betekenis voor mij en wie weet ook voor anderen. De komende weken ga ik de verhalen achter die foto’s vertellen.

Over Sartre en zijn tonnetje hoorde ik voor het eerst in een film, die ik zag in een programma van het filmhuis Nijmegen dat toen nog (1975) in de Lindenberg draaide. ‘Céline et Julie vont en bateau’ (regisseur Jacques Rivette) gaat over twee vrouwen die in een park in Parijs zitten en elkaar verhalen vertellen. Doordat de verhalen en de werkelijkheid door elkaar lopen, is het een mooie, maar vooral verwarrende film. In een van de verhalen komt een grap voor over Sartre en zijn tonnetje. Hij zou zijn redevoeringen zo graag vanaf een ton uitspreken, omdat hij dan vooraf de ton kon leegdrinken.

De Franse filosoof Jean-Paul Sartre was toen een van mijn grote helden. Daarom heb ik de grap onthouden, maar snappen deed ik hem niet. Dat gebeurde pas toen ik twintig jaar later de foto boven van Magnumfotograaf Bruno Barbey in de NRC zag staan. In 1970 waren de arbeiders van de Renaultfabrieken in de Parijse voorstad Boulogne-Billancourt in staking. De tot het maoïsme bekeerde filosoof riep hen op samen te werken met linkse studenten. Alleen samen zouden ze de sociale strijd kunnen winnen.

Omdat Sartre zo klein was, moest hij op een olievat staan, want anders zagen de arbeiders hem niet, terwijl hij hen toesprak.

‘Sartre et son tonneau’ is een begrip geworden. Niet voor niets maakten Céline en Julie er een grap over. Als je via Google gaat zoeken, vind je niet aantal foto’s die van de gebeurtenis zijn gemaakt, een filmfragment van de toespraak en de historische context ervan.

Rob Wolf

Boekomslag Marten van Harten De Carnegie Wateler VredesprijsOns schaduwlid Marten van Harten schreef een boek waarmee hij de onbekende Nederlandse bankier en filantroop Johan Wateler aan de vergetelheid ontrukt. Hij stelde bij testamentaire beschikking in 1916 de Carnegie Wateler Vredesprijs. Die wordt elke twee jaar door de Carnegie Stichting in het Vredespaleis uitgereikt aan een persoon of instelling die een bijzondere prestatie heeft geleverd voor de bevordering van vrede door middel van woord, daad of geschrift. Lees Wims blogpost op de website van Maas+deNatris.

Toen ik in de jaren zestig op school zat, strompelde de Koude Oorlog van crisis naar crisis: de Berlijnse muur, Cuba, de inval in Tsjecho-Slowakije. Twintig jaar later was er van acuut gevaar geen sprake meer. Er waren wel liedjes als ‘De Bom’ van Doe Maar en enorme demonstraties tegen de plaatsing van kruisraketten, maar angst voor een Russische aanval? Ik kan me er niets van herinneren.

Maar wat een misvatting! Wat er ook fout was met onze West-Europese democratieën, de vijand zat wel in het oosten. Wij hadden er nauwelijks last van, de bevolking van landen als de DDR, Polen en Hongarije des te meer. Voor hen bleef het ‘reëel bestaande socialisme’ tot 1989 een gevangenis.

Dit besefte ik weer eens bij het lezen van de trage roman ‘Kruso’ van de (Oost-)Duitse schrijver Lutz Seiffert.

Hoofdpersoon student Edgar probeert nadat zijn vriendin is verongelukt, zijn leven te herpakken en dat doet hij door de maatschappij zijn rug toe te keren. Hij reist in de lente van 1989 van zijn woonplaats Gera naar het eiland Hiddensee in de Oostzee, een uithoek van de DDR vol drop-outs en verloren zielen. In de afwaskeuken van hotel Zum Klausner hervindt hij zijn draai. Maar 1989 is het jaar waarin de DDR als een reus op lemen voeten ineenzijgt. In de in zichzelf gekeerde wereld van Hiddensee dringt dit nieuws maar langzaam door, maar zodra de bewoners in de gaten krijgen dat de grenzen open zijn, vertrekken ze in groten getale.

Onder dit politiek-maatschappelijke verhaal zit nog een diepere laag. Hiddensee was ook de uitvalsbasis voor mensen die de DDR probeerden te ontvluchten door naar Møn te zwemmen, een Deens eiland dat vijftig kilometer verderop ligt, maar door zijn witte krijtrotsen vanaf Hiddensee te zien is. Een onbekend, maar ongetwijfeld hoog percentage van deze zwemmende vluchtelingen heeft de vrijheid nooit bereikt. In zijn nawoord beschrijft Seiffert zijn speurtocht naar de plaats waar de resten van omgekomen zwemmers worden bewaard. Hij belandt in een forensisch mortuarium in Kopenhagen, waar hij een lijst met beschrijvingen te zien krijgt: ‘voet in schoen (…); rest van het lijkt ontbreekt‘, ‘torso van man; hoofd en arm 4 kilometer verderop’.

Voor ons Nederlandse kinderen uit de jaren zestig waren de vopo’s die mensen, die over de Berlijnse muur probeerden te vluchten, neerschoten, zowat de meest verachtelijke mensensoort die er bestond. Van hun slachtoffers is tenminste de naam en het lot bekend. De zwemmende vluchtelingen van Hiddensee zijn naamloos verdwenen en tot de verschijning van Kruso ook vergeten.

Rob Wolf

peter van straatenPeter van Straaten schonk de laatste jaren zijn werk aan diverse instanties. Onderzoeksbureau Het Citaat dook voor u in de digitale archieven. Lees op hun blog meer over de erfenis van de tekenaar. Als toegift een fragment uit een ongepubliceerd interview met Het Citaat uit 2009. Lees verder op de website van Het Citaat.

(Foto: Peter van Straaten, fotograaf onbekend, Nationaal Archief/Anefo, licentie CC-BY)

Opnieuw ligt het vak geschiedenis onder vuur. Onder leiding van Paul Schnabel bracht een commissie advies uit over het onderwijs van de toekomst. Het vak geschiedenis lijkt te sneuvelen en ook de moeilijk bevochten canon is geen verplichte kost meer. De commissie pleit voor een wettelijk vastgesteld kerncurriculum met in ieder geval Nederlands, Engels, rekenvaardigheid (inclusief wiskunde), digitale geletterdheid en burgerschap. Daarnaast zijn er drie zogenaamde ‘leerdomeinen’ geformuleerd die de leerling van de toekomst in staat moeten stellen “de wereld te begrijpen”: Mens & Maatschappij, Natuur & Technologie en Taal & Cultuur. Gaat het vak geschiedenis verdwijnen? Lees het artikel op Historiek.net.

Belgische vluchtelingen in Oud-Beijerland, 1914 (particuliere collectie)Bij toeval stuitte Rob Wolf in 2014 op het fascinerende verhaal van de nakomeling van een Belgische vluchtelinge uit de Eerste Wereldoorlog. Sindsdien doet hij onderzoek naar Belgische vluchtelingen die na deze oorlog in Nederland bleven.

Vrijdag 18 december hield prof. dr. Peter Rietbergen zijn afscheidscollege als hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daaraan voorafgaand was er een symposion onder de titel ‘Geschiedenis zonder voetnoten. Het verleden verbeelden – “voorbij’ de wetenschap’. Historici trokken zich in de negentiende eeuw net als andere wetenschappers terug in een ivoren toren, constateerde Rietbergen. Bij zijn afscheid nodigde hij mensen uit die metterdaad op een verantwoorde manier voorbij de geschiedwetenschap gaan.

Jan de Hond, conservator historische afdeling Rijksmuseum, ging in op de kritiek die wetenschappers hadden uitgeoefend op de nieuwe historische presentatie in het museum. Het museum is geen boek, zo zei hij. De collectie is altijd het uitgangspunt. Zonder sterke objecten kunnen we geen aandacht aan het onderwerp besteden. Daarom was het bijvoorbeeld niet mogelijk om aan de democratisering van Nederland te verbeelden: het Rijks heeft alleen een slecht portret van Thorbecke.

Wel is er veel aandacht aan de koloniale geschiedenis. Om te proberen een genuanceerd beeld te schetsen, werden bijvoorbeeld geïdealiseerde voorstellingen van de Surinaamse samenleving van de negentiende eeuw werden geconfronteerd met enkele voorwerpen die verwijzen naar de slavernij. Toch was de kritiek dat de zaal een te jubelende visie gaf op het kolonialisme. Nederland werd te veel gepresenteerd als een succesvol bestuurder van de koloniën.

De Hond ging met de critici in discussie en kwam hen deels tegemoet. Hij ging op zoek naar aanwinsten om ook het perspectief van de Surinamers en Indonesiërs te laten zien. Ook teksten herzien, al wees hij op de beperkte mogelijkheden – 160 woorden per bord om precies te zijn.

Theo Engelen is schrijver van historische romans en hoogleraar historische demografie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Een historische roman is iets anders dan fictie. De karakters en de gebeurtenissen mogen verzonnen zijn, maar het decor moet kloppen. De schrijver moet het verleden juist weergeven. “Fictieve personen in een waarachtig verleden”.

Hans Goedkoop probeert in zijn programma ‘Andere Tijden’ te laten zien dat het mogelijk om heden en verleden naast elkaar te leggen en dat die vergelijkingen spannend kunnen zijn. Dat is merkbaar in de kijkcijfers: waar die link te leggen was, keken er meer mensen. In vergelijking met het verleden kun je fris tegen het heden aankijken.

Tv heeft ook beperkingen, gaf Goedkoop aan. Een aflevering van drie kwartier bevat drie A–4tjes informatie. Maar daar staat tegenover dat tv wel zintuigelijke informatie geeft. Tv bedient niet alleen hoofd, maar ook het hart: dramatise, dramatise.

Bij gelegenheid van het afscheid van Peter Rietbergen verscheen Clio’s stiefzusters In het boek bespreekt Rietbergen hoe historische thema’s verbeeld worden in opera’s, romans, speelfilms, docudrama’s en computergames. En hoe deze populaire genres zich vervolgens verhouden tot de geschiedwetenschap.

Logo Historici Dagen 2017In augustus 2017 worden de Historicidagen georganiseerd: drie dagen vol met lezingen, debatten en workshops om de samenwerking tussen alle soorten (kunst)historici te bevorderen, de diversiteit en dynamiek van de historische praktijk te tonen en nieuwe inspiratie op te doen. Deel jouw expertise, project of passie en werk mee aan de inhoud van het programma. Stuur je voorstel in vóór 15 januari 2017. Meer info op historicidagen.sites.uu.nl.

uitsnede portret Jan Kolling

Wim de Natris

Mijn eerste blogpost op www.denatris.nl gaat over dienstplicht in Nederlands-Indië in de periode 1940-1942. In Nederlands-Indië bestond naast het koloniale leger beroepsleger KNIL korte tijd een ‘Landstorm’. Die was verplicht voor alle mannen met een Nederlands paspoort. Is er over ‘de’ Landstorm in Nederland al weinig geschreven, over die in Nederlands-Indië ben ik nog weinig tegengekomen. Een eerste poging naar aanleiding van een bijdrage van René Ros over Jan Kolling die als Japanse krijgsgevangene ooggetuige was van de ontploffing van de Amerikaanse atoombom op Nagasaki op 9 augustus 1945. Wie meer weet over dit onderwerp, is meer dan welkom om te reageren.